Blog: Jong & Kanker

Wie van de drie

Als ik in de auto stap samen met Anna besef ik opeens dat het zover is. Vandaag is de aftrap van het plan om met jonge mensen met kanker een project op scholen te starten. Kanker! Een wereld vol angstige beelden en (voor)oordelen. Bij binnenkomst een harde zoemer waarbij uit alle deuren jonge mensen tevoorschijn komen en onzichtbare paden lopen zonder op te kijken. Even een vlaag van spanning, krijgen we straks wel de aandacht met dit onderwerp? Zal er interesse zijn in kanker. De vorm die we gekozen hebben voor het project is het spel Wie van de drie. Welke vragen zullen de leerlingen straks gaan bedenken om er achter te komen wie van de drie jongeren kanker heeft?  Zullen ze gemotiveerd zijn, zullen ze zelf ervaring hebben en zijn ze bereid om daar met ons in te delen?

 

Hoe zal de groep reageren?

Ik kijk naar Benno (heeft zelf kanker gehad), herinneringen van ons eerste contact op het Behouden Huys gaan door mij heen. Het zal opnieuw een confrontatie voor hem zijn om aan pubers te vertellen wat hem is overkomen. Als we arriveren in de klas, lijken de schoolbankjes nog kleiner dan in mijn herinnering. Langzaam druppelen er leerlingen binnen. Groepjes meiden die even van onder hun lange haren een korte groet geven. Stoere jongens die mij totaal negeren en met veel lawaai gaan zitten. Ik begin voorzichtig en heb geen idee hoe deze groep op mij gaat reageren.

 

Startsein voor een adempauze

De vraag: “Zijn er hier mensen die zelf kanker hebben, ouders met kanker, broertjes, zusjes, andere familieleden of vrienden en bekenden?”  Het is alsof ik het startsein heb gegeven voor een adempauze waarna de verhalen loskomen. Een meisje doet de adempauze weer terugkeren: “Mijn broertje is overleden aan kanker”. De klas houdt de adem vast waarna het meisje begint te huilen en het verdriet ook bij andere leerlingen loskomt. Inmiddels zijn er ook meisjes opgestaan om haar vast te houden en te troosten. Even gaat het tijdschema door mij heen met een lichte angst. Als dit al het resultaat van 5 minuten communicatie over kanker is, raken ze dan niet overbelast door onze acteurs straks? Toch is deze golf van verdriet precies waar we voor gekomen zijn, mag dit gebeuren, durven we dit te laten gebeuren en blijven we dan ook met elkaar in gesprek.

 

“Een vraag over de dood ga ik niet stellen”

Als de emoties weer wat tot rust zijn gekomen,  leg ik samen met mijn nieuwe collega ‘s, de jongeren die kanker hebben gehad, het spel verder uit. In verschillende groepjes moeten de leerlingen vragen bedenken die ze straks gaan stellen aan de drie. Spannend, wat mag je vragen, wat wil je eigenlijk weten. “Een vraag over de dood ga ik niet stellen”, zegt een meisje heel stellig. “Waarom niet?”, vraag ik. “Dat is kwetsend”, zegt ze. De toewijding aan de opdracht is enorm, taboes komen op tafel en vallen er weer af of worden nog net opgevangen.

 

Je mag alles vragen

Ja, je mag alles vragen! Dat is nu precies de bedoeling. Doet kanker pijn vraagt een jongen zich af. Dat is een stomme vraag blaast een medeleerling hem toe. Natuurlijk doet het pijn. Als klap op de vuurpijl is er ook nog de vraag voor een afgevaardigde om straks de vragen te mogen stellen. Dat durf ik niet, dat wil niemand van ons vang ik op bij een groepje.. “En jij , durf jij?”, vraag ik aan een jongen die mij met grote ogen aan kijkt? “Nee ik durf echt niet.” “Dan ben jij de ideale man”, zeg ik. “Ik heb geleerd dat er moed voor nodig is om eerlijk te zijn over angst.” Nog voordat hij een idee heeft van wat ik zeg lijkt hij in beweging te komen op het woordje moed. Als hij opstaat gaat mijn bevestigende enthousiasme over in een handgebaar naar zijn schouder terwijl hij zijn naam doorgeeft als afgevaardigde van zijn groepje.

 

Onder de indruk

We zijn bijna een uur verder als de groep een applaus geeft voor de drie kandidaten. De vragen komen rustig op gang maar het is spannend voor de vragenstellers om conclusies te trekken. De rode draad betreft dat ze afgaan op geloofwaardigheid, het antwoord dat hun gevoel raakt moet wel waar zijn!  De uitslag is unaniem persoon drie. Fout. De klas kiest voor de broer van Benno. Hij is zeer concreet en overtuigend over zijn innerlijke beleving. Tijdens een aantal  vragen zie ik juist Benno wat inhouden en korter antwoorden. En toch laat ook hij op zijn manier zien hoe het leven is met wat onomkeerbaar is. Spontaan komen er nog vragen uit de groep, vol zorg en nieuwsgierigheid. Iedereen is onder de indruk en stil.

 

Kanker als scheldwoord

Ik kom terug bij een meisje die het woord kanker overduidelijk niet durfde uit te spreken. Bang dat het de ander kwetst. Ja, kanker als scheldwoord, dan durven we het wel uit te spreken. De klas noemt het logisch, het is een taboe, dan kun je er mensen mee raken. Ik opper, als we er nou vaker met elkaar over praten? “Ja”, antwoordt een aantal leerlingen dan is de lol er wel vanaf en dan verliest het zijn kracht als scheldwoord.

 

Stomme vragen bestaan niet

Twee leraren achter in de klas spreken hun waardering uit. Terwijl ik wil afronden steekt een van de jongens zijn vinger op. Het is de jongen die ik over de streep heb getrokken om deel te nemen als vragensteller. Hij kijkt naar Benno en met grote ogen vraagt hij: “Hoe vind je het dat niemand gelooft dat je kanker hebt?”  Mijn hart maakt een sprong, het antwoord doet er niet eens meer toe. Deze jongen durft een vraag te stellen en verwoord in zijn vraag het lijden van al die mensen die niet kunnen geloven dat zij zelf of hun geliefde kanker hebben. Ongeloof heeft het nodig om bevraagd te worden. “Juist alle vragen zijn welkom”, zegt de vrouw van Benno die ook deel uit maakt van de drie spelers. “Stomme vragen bestaan niet, het allerergste is niets te  vragen en met een boog om ons heen lopen.” Het verwoord het doel waarvoor we gestart zijn met deze bijeenkomst. Als ik op het einde evalueer met de klas dan komt opnieuw het meisje langs met het gestorven broertje. Ze huilt als ze zegt dat ze het een goede les vond. De klas komt in beweging, troosten haar en elkaar. Eenmaal buiten overheerst de tevredenheid en de enorme motivatie om door te gaan met deze voorlichting.

Voor scholen

Wilt u dat wij deze voorlichting komen geven in uw klas? Neem dan contact op met Aafke Veninga: aveninga@behoudenhuys.nl of 050- 406 24 00.

------------------------------------------------------------------------------------------

Deze blog is schreven door Gerwin Witvoet, hoofd behandelzaken bij Het Behouden Huys. Gerwin maakt deel uit van de werkgroep Jongeren & Kanker. 

Meer informatie over het project

Lees ook de blog van Sophia

Lees ook de blog van Anita Pras (naaste)